Zo ga je te werk:
- Borstel de knolselderij goed schoon onder een lopende kraan. Maak hem droog met keukenpapier of een schone theedoek.
- Scheur een flink stuk aluminiumfolie af en vouw dat dubbel (de knolselderij moet erin verpakt kunnen worden). Leg de knol in het midden van de folie, met de wortels naar boven.
- Giet de olijfolie erover en besprenkel met zout en peper.
- Leg de takjes tijm, de laurierblaadjes, de knoflookteentjes en als laatste het klontje boter er bovenop.
- Pak het geheel nu goed in met de aluminiumfolie, zodat er geen stoom kan vrijkomen.
- Plaats de ingepakte knol in een ovenschaal en zet deze in een op 200 graden voorverwarmde oven.
- Bak de knol in zo’n twee uur boterzacht. Controleer of de knol goed gaar is door er met een mes in te prikken. Dit moet er makkelijk in kunnen glijden. Is de knol nog niet gaar? Laat hem dan nog wat langer in de oven staan.
Maak voor het serveren de saus.
- Snijd de ui fijn en bak de snippers aan in een scheut olijfolie.
- Voeg de schoongeveegde en eventueel in stukken gesneden paddenstoelen toe en bak ze aan.
- Giet er de room en de mosterd bij en laat de saus even inkoken.
- Serveer de knolselderij met de paddenstoelenroomsaus en snijd hem in plakken. Lekker met gekookte parelgort of zilvervliesrijst.