De basis, zelf chutney maken
Chutney is een zoetzure smaakmaker die je net als mosterd kunt eten, bijvoorbeeld bij kaas of vleeswaren. Je kunt hem ook toevoegen aan stoofpotten of sauzen, om net wat extra smaak toe te voegen. In chutney wordt vaak groente en/of fruit verwerkt. Ui, knoflook, courgette en pompoen zijn bekende ingrediënten. Voor de zoete smaak worden vaak appels of gedroogd fruit (zoals rozijnen of dadels) toegevoegd. Suiker en azijn zijn ook standaard ingrediënten in een chutney. Om te variëren worden vaak kruiden en specerijen toegevoegd.
Als je zelf chutney gaat maken, kun je de volgende vuistregel hanteren: gebruik voor elke kilo fruit of groente 5 gram zout, 100 gram suiker en 125 tot 250 milliliter azijn. De algemene bereidingswijze is als volgt:
- Was en schil de vruchten en/of de groente.
- Snijd ze in gelijk stukken.
- Meng alle ingrediënten in een pan en laat het geheel sudderen tot de vruchten/groente gaar zijn, maar nog wel hun vorm hebben.
- Voor het goed ontwikkelen van de smaken stoof je een chutney langere tijd op een zacht vuur.
- Chutneys kunnen wel 2 tot 3 uur sudderen. Doe de chutney daarna over in schone jampotten, draai de deksels erop en laat de potten rustig afkoelen.