Kippengedrag

Kippengedrag

Misschien heb je ze al op het erf lopen of denk je er over na ze aan te schaffen: kippen. Hoe gedragen deze dieren zich en is het verstandig hanen én hennen te hebben?  

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met het landelijk kennisnetwerk Levende Have.

Kippen zijn ‘bezige bijtjes’, ze zijn de hele dag in de weer en hebben maar een paar uur vrij. Wanneer ze niets hoeven te doen, nemen ze vaak een stofbad of zandbad en poetsen ze hun verenkleed met vet uit de vetnippel op de rug. Kippen voelen zich prettig wanneer ze dit doen. Naast dat kippen lekker in de weer zijn, kletsen ze ook heel wat af. Wetenschappers onderscheiden wel dertig verschillende geluiden. Kippen communiceren over hoe ze zich voelen, wie de baas is, waar eten te vinden is en vertellen het wanneer ze een ei hebben gelegd. Ze zijn sociale dieren met een eigen hiërarchie: de pikorde. Deze rangorde is onder hennen vaak erg stabiel, wel hebben kippen afleiding nodig. Wanneer ze zich vervelen bestaat er een kans dat ze bij elkaar gaan pikken. Dit kun je voorkomen door voldoende activiteit aan te bieden, bijvoorbeeld in de vorm van eten.

Scharelen

Kippen die door mensen gehouden worden scharrelen. Het gedrag kenmerkt zich door nieuwsgierigheid. Ze krabben grond los en zoeken met hun snavel naar eten, zoals: zaden, wormpjes en insecten. Wanneer de kippen genoeg eten kunnen vinden in hun gebied verplaatsen ze zich zelden meer dan vijftig meten van hun overnachtingsplaats. Het gebieden van verwilderde kippen kan zich uitstrekken tot een halve hectare. Hoe groot het gebied is waar kippen zich verplaatsen hangt af van het te vinden voedsel, geschikte slaapplaatsen en geschikte schuilplaatsen. De langst gemeten afstand die een toom kippen heeft afgelegd is 32 kilometer, deze kippen bevonden zich in Thailand.

Eieren

Veel mensen houden kippen thuis omwille van de verse eitjes. Wanneer je legnesten in het kippenhok aanbrengt kun je het eieren leggen enigszins sturen. Het gebruik van rolnesten is een manier om het kapot pikken van eieren te voorkomen. Wanneer kippen broeds worden en ze op bevruchte eitjes broeden is het verstandig de kip goed in de gaten te houden en waar nodig aanpassingen te verrichten.

Hennen en hanen

Moet er een haan bij de hennen? In principe heb je een haan alleen echt nodig wanneer je bevruchte eitjes wilt. Daarnaast kan een haan zeker handig zijn ter beveiliging van de hennen. Wanneer er gevaar dreigt waarschuwt een haan de hennen en wanneer nodigt beschermt hij de vrouwtjes.

Schaf je een haan aan omdat je graag kuikens wilt? Dan is het aan te raden één haan op tien tot dertig hennen te zetten. Nadat een hen bevrucht is, legt zij twee weken bevruchte eitjes. Met één haan op tien hennen, zou meer dan tachtig procent van de eieren bevrucht moeten zijn.

Wanneer je niet streeft naar zoveel mogelijk bevruchte eitjes, kun je het beste gewoon met één haan beginnen. Vervolgens kun je hier jongere hanen aan toevoegen. Kijk of dit goed gaat. De hanen moeten onderling een soort omgangsregeling treffen. Heb je last van roofvogels? Dan is het een goed idee meerdere hanen aan te schaffen. Zij houden de hennen, wanneer mogelijk, veilig. Zorg er daarnaast ook voor dat de kippen voldoende struiken ter beschikking hebben om onder te schuilen. Stop de kippen ook in een goed afgesloten nachthok, zodat ze veilig kunnen slapen.