Gevulde boerenpannenkoeken
Dit dun gebakken flensje wordt gevuld met gehakt van de lakenvelder koe en veel groentes en kaas. De lakenvelders grazen op grasland langs de Vecht; dat levert mals en smakelijk vlees op.
Dit heb je nodig:
Voor de flensjes
- 80 g bloem van de molen
- 200 ml melk
- 1 ei
- 1 el appelstroop
- snuf zout
- 1 el olijfolie
- 30 g boerenboterVoor de vulling
- 50 g groene courgette
- 50 g gele courgette
- 50 g wortel
- 50 g grotchampignons
- 2 el olijfolie
- 200 g lakenvelder rundergehakt
- 1 ei
- 1 snee oud brood, zonder korstjes
- 20 ml room
- 1 el gehakte groene kruiden (peterselie/bladselderij/salie)
- 1 tl kerriepoeder
- zout en peper
- 100 g vette boerenkaas, geraspt
Zo ga je te werk:
- Maak eerst de flensjes. Zeef de bloem boven een beslagkom, voeg de melk toe en roer glad. Voeg het ei, de stroop, het zout en de olie toe en meng goed.
- Verwarm een koekenpan met de boter. Giet een dun laagje beslag in de pan en bak het aan beide kanten, maar zo dat het niet te veel kleur krijgt. Ga door tot het beslag op is.
- Snijd de courgettes, de wortel en de champignons in blokjes. Bak de groentes aan in olie en laat afkoelen.
- Meng in een grote kom het gehakt goed door met het ei, de room, het brood, de groene kruiden, de kerrie, zout en peper. Roer ook de afgekoelde groentes erdoor.
- Verdeel de vulling over de flensjes en rol ze strak op.
- Leg de gevulde flensjes met de naad naar beneden in een ingevette ovenschaal. Bak de flensjes in een voorverwarmde oven twintig minuten op 175 graden. Strooi de kaas over de flensjes en bak ze nog tien minuten.
- Snijd de flensjes in schuine plakjes en serveer als lunchgerecht of als borrelhapje.
