3 Recepten voor kerstkoekjes

3 Recepten voor kerstkoekjes

Zin gekregen om te gaan bakken na het zien van de feestelijke kerstreportage in ons decembernummer? Hier vind je 3 recepten voor bijzondere kerstkoekjes.

Jamkoekjes – Dit heb je nodig

Voor zo’n 50 koekjes

  • 250 g boter, op kamertemperatuur
  • 150 g witte basterdsuiker
  • 2 eieren, dooiers en wit apart
  • 350 g bloem
  • ½ tl zout
  • 50 g amandelschaafsel
  • 100 g abrikozenjam

Jamkoekjes – Zo ga je te werk

  1. Klop de boter met de suiker met behulp van een mixer tot een romig en licht geheel.
  2. Voeg de eidooiers toe en mix ze erdoor.
  3. Zeef de bloem met het zout boven de kom en kneed dit er snel met de hand door.
  4. Maak van het deeg een bal, verpak deze in huishoudfolie en laat het deeg minimaal twee uur rusten in de koelkast.
  5. Klop de eiwitten los in een diep bord. Leg de amandelschilfers in een ander diep bord.
  6. Vorm van het deeg zo’n 50 bolletjes ter grootte van een walnoot.
  7. Druk de bolletjes plat, haal ze met één kant eerst door het eiwit en daarna door het amandelschaafsel.
  8. Leg de koekjes op een met bakpapier beklede bakplaat. Druk met je duim in het midden van het koekje een holletje en vul elk holletje met een theelepel abrikozenjam.
  9. Bak de koekjes in een voorverwarmde oven op 175 graden in een kwartier mooi goudbruin. Laat ze afkoelen op een rooster.

Sneeuwtruffels – Dit heb je nodig

Voor ongeveer 30 stuks

  • 100 ml slagroom
  • 200 g witte chocolade, in stukjes
  • 40 g boter, koud en in kleine blokjes
  • rasp van 1 limoen
  • 100 g geraspte kokos

Sneeuwtruffels – Zo ga je te werk

  1. Doe de slagroom in een pannetje en breng aan de kook.
  2. Haal de pan van het vuur en voeg de chocolade toe. Blijf roeren tot de chocolade helemaal is gesmolten.
  3. Voeg de boter en de limoenrasp toe en roer tot de boter is opgenomen.
  4. Giet het mengsel in een plastic bewaardoosje en zet het een nacht in de koelkast om op te stijven.
  5. Maak van het mengsel bolletjes ter grootte van een bonbon (met twee theelepeltjes werkt het handig).
  6. Leg de kokos in een diep bord en rol de bolletjes erdoor. Ga door met bolletjes maken tot het room-chocolademengsel op is.
  7. Bewaar de sneeuwtruffels op een koele plek, totdat je ze serveert.

Biscotti met chocolade – Dit heb je nodig

Voor ongeveer 30 stuks​

  • 60 g boter, op kamertemperatuur
  • 100 g suiker
  • rasp van 1 citroen
  • 1 tl vanille-essence
  • 3 eieren
  • 300 g bloem
  • 1½ tl bakpoeder
  • ½ tl zout
  • 50 g gedroogde abrikozen, in kleine stukjes gesneden
  • 100 amandelen met vlies
  • 100 g pure chocolade

Biscotti met chocolade – Zo ga je te werk

  1. Mix met behulp van de mixer de boter, de suiker, de citroenrasp en de vanille-essence tot een romig en luchtig geheel (dit duurt zo’n vijf minuten).
  2. Voeg een voor een de eieren toe terwijl je blijft mixen. Voeg het volgende pas toe als het vorige goed is opgenomen.
  3. Zeef de bloem, het bakpoeder en het zout boven de kom en roer het er met een houten lepel rustig door.
  4. Meng er als laatste de abrikozen en amandelen door.
  5. Verdeel het deeg in tweeën. Vorm van elk deeg een soort staaf van 30 centimeter lang, 5 centimeter breed en 1 à 2 centimeter hoog.
  6. Leg de twee gevormde stukken deeg op een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze 35 minuten op 160 graden.
  7. Laat ze dan 5 tot 10 minuten afkoelen en snijd de staven in plakjes van 2 centimeter dik.
  8. Leg de plakjes weer op de bakplaat (snijkant naar onder) en bak ze nog eens 15 minuten. Laat ze daarna goed afkoelen op een rooster.
  9. Smelt de chocolade au bain-marie (in een kom boven een pan met bijna kokend water). Doop elk koekje met één kant in de chocolade en leg ze weer op het rooster om de chocolade te laten stollen.
  10. Deze koekjes kunt u tot 4 dagen van tevoren maken; bewaar ze dan wel in een koekjestrommel. Biscotti zijn erg knapperig, je mag ze gerust in de koffie of thee dopen!

Klaske Bakker
Door
Klaske Bakker

Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediënten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.