Bak zelf pencees
Culinair redacteur Klaske: “In het septembernummer vieren we het dertigjarige bestaan van Landleven. Daarom wil ik graag een recept delen van een lekkernij die ik zelf dertig jaar geleden vaak at. Ik dacht gelijk aan pencees, van die hoge, ronde gevulde koeken. Mijn moeder bracht ze altijd mee van de markt op zaterdag. Ik kom ze nu bijna nooit meer tegen; jammer, want ik vind ze nog steeds erg lekker! Daarom ga ik nu zelf aan de slag. Ik geef er een persoonlijke twist aan door ze te vullen met walnotenspijs.”
Ingrediënten
- 80 g witte basterdsuiker
- 125 g boter, op kamertemperatuur
- 160 g bloem
- 5 g bakpoeder
- snufje zout
- 200 g walnotenspijs
- 10 walnoothelften
- 1 ei
Verder
10 bakringen, diameter 6 cm
Bereidingswijze
- Meng de suiker, de boter, de bloem, het bakpoeder en het zout tot een mooi deeg.
- Verpak het in huishoudfolie en laat het een uur rusten in de koelkast.
- Bereid ondertussen de spijs voor; deze moet zacht en niet te droog zijn. Voeg eventueel wat extra ei of wat water toe en kneed door.
- Rol het deeg uit tot een dikte van ongeveer 4 millimeter.
- Steek er twintig ronde plakjes uit met een diameter van 6 centimeter.
- Verdeel tien plakjes deeg over een met bakpapier beklede bakplaat.
- Schep in het midden van elk plakje een bolletje spijs.
- Bedek met de overgebleven tien plakjes.
- Bestrijk elke koek netjes met het losgeklopte ei. Wacht vijf minuten.
- Leg nu op elke koek een walnoothelft en bestrijk voor een tweede keer met losgeklopt ei.
- Zet de bakringen om de koeken.
- Bak de koeken twintig minuten in een op 180 graden voorverwarmde oven.
Tips
- Je hoeft de plakjes deeg niet aan te drukken; ze bakken vanzelf naar elkaar toe.
- Hoe je zelf walnotenspijs maakt, lees je hier
- Je kunt de walnoten en de walnotenspijs ook vervangen door blanke amandelen en amandelspijs.
- Heb je geen bakringen? Gebruik dan een muffinvorm om de koeken in te bakken.
