Ze zijn vers zo lekker en dan zo spaarzaam bij de groenteboer te koop, dat het de moeite waard is om kapucijners zelf in de moestuin te telen. Dat is niet al te moeilijk en nu is het moment om ze te zaaien. Kapucijners zijn gek op middelmaat. Ze groeien niet goed op te droge grond en krijgen last van bodemschimmels op te natte grond. Ze houden niet van te koud, te warm, te zuur of te kalkrijk. Het beste is een matige bemesting op zandgrond en een matige kaliumgift op klei. Kapucijners groeien het best op een lichte en zonnige plaats.
Het zaad is niet bang voor kou en kiemt al bij een temperatuur net boven nul. Een graad of vijf is genoeg om de plantjes verder te laten groeien. Zaai de erwtjes op een onderlinge afstand van tien centimeter, in rijen. Binnen acht tot twaalf dagen na het zaaien komen de kiemplantjes boven de grond.
Omdat hun stengels lang en broos zijn, is het aan te raden om de planten regelmatig met touwtjes tegen het klimmateriaal op te binden. Niet opgebonden ranken zijn erg kwetsbaar en knakken door harde wind of een fikse regenbui. De kwetsbaarheid van de stelen en de wortels is ook iets om rekening mee te houden tijdens het wieden van onkruid. Dat moet erg voorzichtig gebeuren.
Water geven is alleen nodig als de kapucijners bloeien bij warm en droog weer. Het duurt nog tot half juni, maar als straks de peultjes van de kapucijners rijpen, dan is het belangrijk om ze regelmatig te plukken. Doe het voorzichtig om te voorkomen dat de stengels knakken. Tot augustus kunt u twee of drie keer oogsten .
Open de peulen door met twee duimen op de bolle kant van de peul te drukken. Breek met de duimnagel de peul langs de middennaad verder open. Duw met de duim de zaden uit de peul in de pan. Spoel ze af. Kook ze, als ze net onder water staan, met een snufje zout in ongeveer tien minuten gaar en genieten maar.
Vers gegeten zijn ze zonder enige twijfel het lekkerst, smaakvoller dan de lekkerste doperwt. Verse kapucijners zijn twee tot drie dagen houdbaar in de koelkast, daarna holt de smaak achteruit. Eet ze dus direct na de oogst, dan is het de kaviaar uit eigen tuin.
Fotografie: Coco Oltra