Zo ga je te werk:
Kast
Zaag een stuk multiplex op maat: 59,2 x 35,9 centimeter (A), plus een stuk van 59,2 x 15 centimeter (B) en tweemaal een stuk van 36,8 x 15 centimeter (C). In C boort u met een gatenzaag op 7,5 centimeter vanaf de zijkant en vanaf de onderzijde een gat van 65 millimeter in doorsnede. Boor in C met een 5 millimeter-boor een gaatje op 7,5 centimeter van de zijkant en de bovenkant. Leg B plat op de werktafel, sla langs één lange zijde op 4,5 millimeter vanaf de rand met een hamer vijf koploze spijkers in B en herhaal dit voor C. Zorg dat ze een klein stukje door het hout heen steken, dat maakt het monteren gemakkelijker.
Leg A plat op de werktafel en zet B op zijn kant tegen A aan. Breng op het raakvlak enkelzijdig een dun lijntje houtlijm aan en sla de nagels in A. Zorg dat alles haaks is. Vervolgens herhaalt u deze stappen voor C en verbindt u C met lijm en drie nagels langs de korte zijde ook met B.
Deksel
Zaag een stuk multiplex van 61 x 15 centimeter (D). De scharnieren (staartheng) plaatst u langs de lange zijde op 15 centimeter vanaf de smalle zijde. Zorg dat het scharnierpunt naar buiten steekt en teken de twee gaten van het scharnier af op D. Markeer ter hoogte van het scharnierpunt op D ook de breedte van het scharnier. Met een 5 millimeter-boortje boort u de gaten voor. Met de decoupeerzaag zaagt u bij beide scharnieren een inkeping van 2 millimeter die net zo breed is als het scharnier. Dit zorgt ervoor dat het deksel goed sluit. Zaag twee stukjes multiplex van 10 x 2,5 centimeter (E); verlijm en spijker deze aan D, op 9 millimeter vanaf de korte zijde van D.
Monteer de scharnieren op D met M5 x 20 millimeter-boutjes, -ring en -moer. Zet de kast op zijn kant met B naar onderen en leg het deksel er bovenop. Teken per scharnier twee gaten af op A, haal D er vanaf, boor de gaten voor met een 5 millimeter-boor, leg het deksel er weer bovenop en zet de scharnieren vast met M5 x 20 millimeter-boutjes, -ring en -moer.
Doolhof
Zaag driemaal een stuk multiplex van 24 x 13,9 centimeter. Zaag in een van de drie een gat van 65 millimeter in doorsnede op 7,1 centimeter vanaf de zijkanten (F). De overige twee laat u ongemoeid (G). Leg de kast met A naar boven plat op de werktafel. Sla in A in een rechte lijn drie koploze nagels boven elkaar op 15,2 centimeter vanaf de zijkant, de eerste op 4 centimeter vanaf de onderkant, de volgende op 12 centimeter en de laatste op 20 centimeter. Zorg dat de nagels aan de binnenzijde ongeveer 3 millimeter uitsteken. Herhaal dit aan de andere zijde. Zet de kast op zijn zij met B naar beneden, leg een dun lijntje lijm op de lange en de korte zijde van G en zet G haaks boven op de uitstekende nagels met de verlijmde zijde tegen B aan. Sla de nagels helemaal in G. Sla nu twee nagels door B in G. Dit zou ook op 15,2 centimeter vanaf de zijkant moeten zijn. Zorg dat G haaks is en de nagels precies in het midden zitten. Herhaal dit voor de andere G. Plaats F in het midden gelijk aan de bovenzijde van A en verlijm en spijker het vast aan A met het gat naar boven.