In een oude schuur van een voormalige varkensboerderij op het Ommense platteland hebben Erwin (56) en Vincent (23) Martens de laatste jaren een fijn onderkomen gevonden om hun eieren te koken. “Zo meteen komt mijn vriendin Alice ook een handje helpen, maar eigenlijk is dit een echt mannenklusje. Tenminste, zo is dat de laatste 120 jaar gegroeid. Maar ja, bij goeie tradities veranderen er ook wel eens dingen, toch pap?” Erwin knikt. “Ik ben gek op tradities, en zeker op onze eigen familietraditie. Maar je moet ook een beetje met de tijd meegaan. Door mijn eigen vader werd ik langzaam bekend gemaakt met de geheimen van het eieren koken. Nu ik het zelf onder de knie heb, betrek ik mijn eigen kinderen er zo goed mogelijk bij. Het was bij mijn vader Gerard zelfs zo erg, dat ik bij zijn dood – hij stierf twee jaar geleden vrij plotseling – niet eens wist welke natuurlijke ingrediënten hij in het kookwater deed om de eieren hun bijzondere bruine kleur te geven. Dat hield hij geheim. Het hele huis hebben we op z’n kop gezet om het recept te vinden dat hij ergens op een papiertje had gekrabbeld en goed had verstopt.”