Het verhaal van de hoorn
De Midwinterhoorn is oud. Heel oud. In de tijd van de Germanen werd de ossenhoorn, de voorloper van de midwinterhoorn, gebruikt bij de joelfeesten. Tijdens het Joelfeest rijdt, volgens het Germaanse geloof, een stoet van overledenen door de nachtelijke hemel. Ze jagen op een wolf waarvan gezegd wordt dat deze de zon kon verslinden waardoor het altijd donker zou zijn. Om deze wolf en andere boze geesten te verjagen en zo het licht en de vruchtbaarheid terug te krijgen, bootsten ze de geluiden na die met deze nacht gepaard gingen, onder andere door op hoorns te blazen.
Later werd de hoorn een communicatiemiddel. Als er s ’avonds geblazen werd, wisten ze in de omgeving dat je in goede gezondheid verkeerde en kon iedereen rustig naar bed. Ook werd de kraamhulp opgeroepen door het volle geluid van de hoorn. In de oorlog werden de hoorns gebruikt om onderduikers te waarschuwen. Dat kregen de Duitsers uiteindelijk wel door, en werd het blazen verboden. Het midwinterhoorn blazen was toen op sterven na dood. Maar hier en daar komt het langzaam terug.