Wat deze appeltaart extra lekker maakt is de toevoeging van de zelfgemaakte appel-citroencurd, die net dat beetje extra zoete frisheid geeft. Heerlijk met een schep zelfgeklopte slagroom! Het recept van de curd vind je hier.
Aantal personen: 10
Bereidingstijd: 75 min.

Dit heb je nodig:

Voor het deeg

• 300 g bloem
• 100 g suiker
• 200 g koude boter, in stukjes gesneden
• 1 losgeklopt ei
• Voor de vulling
• 1 kg frisse appels (bijv. goudrenet)
• 100 g rozijnen, gewassen en uitgelekt
• 50 g suiker
• 7 el appel-citroencurd

Verder

• 1 losgeklopt ei, voor het bestrijken van de taart

Zo ga je te werk:

Het deeg
Meng de bloem en de suiker goed door elkaar. Snijd de in stukjes gesneden boter met twee messen door het bloem-suikermengsel tot het op kruimels begint te lijken. Voeg het ei toe en kneed het mengsel met koude handen snel tot een samenhangend deeg. Leg het deeg in een kom, dek af met een bordje en laat een uur in de koelkast rusten.
De vulling
Schil ondertussen de appels, snijd ze in vieren en verwijder de klokhuizen. Snijd het vruchtvlees in stukjes. Roer de rozijnen, de suiker en 4 eetlepels van de curd door de appels.
Verder
Verwarm de oven voor op 160 graden. Haal het deeg uit de koelkast en leg een derde apart. Rol de overgebleven tweederde van het deeg uit en bekleed een ingevette springvorm van 23 centimeter met het deeg. Bestrijk de bodem met 3 eetlepels appel-citroencurd en schep het appelmengsel erop. Rol de rest van het deeg uit en snijd er repen van waarmee u kruislings de vulling bedekt. Bestrijk het vlechtwerk op de bovenkant met het losgeklopte ei (u hebt misschien niet al het ei nodig). Bak de taart in ongeveer een uur gaar in de voorverwarmde oven.