Hoe leg je een straatje?
Wie niet over een modderige bende wil lopen kiest al snel voor een mooi gelegd straatje. Maar bestraten is zo ingewikkeld nog niet, leg zelf je eigen paadje aan met de tips die Lotte Post kreeg.Â
Begin met een plan. Maak je plannen en wensen inzichtelijk. Hoelang moet het pad worden? Hoe breed en welk patroon ga je leggen? Daarna kun je de materialen aanschaffen. Ook kleding is geen onbelangrijk punt voordat je begint. Kies voor schoenen met een stalen neus, haal je kniebeschermers uit de kast en trek handschoenen aan. Dan kun je beginnen met straten.
Â
Schop in de grond
Zet eerst je pad uit met wat touw, ook wel uitzetdraden genoemd. Hou er rekening mee dat je je uitzetdraden iets breder zet dan je pad breed moet worden. Graaf de grond binnen de draden weg, dit gat heet een cunet. Bestraten moet op een stabiele ondergrond liggen. De bovenste laag zand beweegt te veel en stabiliseert daardoor niet. In de gegraven cunet moet een nieuw zandbed aangebracht worden van minimaal twintig centimeter. Als de bestrating zwaar belast gaat worden, door bijvoorbeeld auto’s, dan moet het zandbed 25 centimeter zijn. Meet de dikte van je steen op, bij Lotte is dit 8 centimeter. Haar cunet moet dus minimaal 28 centimeter diep zijn. Gebruik een spade om langs de randjes te scheppen, die is scherper, en een bats voor de losse grond.
Â
Zand erover
Gebruik goed zand om het cunet op te vullen. Kies voor zand met leem. Een andere optie is om puin onder het zand te gooien, wanneer de bestrating waar belast gaat worden of als je een onstabiele ondergrond hebt zoals kleigrond. Wanneer de zandlaag ligt, zetten we de rollaag. Dit is de kantopsluiting in de lengterichting. Hiervoor kun je betonbandjes gebruiken of halve stenen. Als je werkt met halve stenen moet je ze in beton zetten om ervoor te zorgen dat het goed blijft staan. Nu kun je beginnen met het leggen van stenen. René legt de stenen van Lotte twee centimeter horen dan de rollaag, zo kun je er gras overheen laten groeien. Leg de stenen een voor een aan en sla ze dicht tegen elkaar met een stratenmakershamer. Leg eerst de rollaag aan de ene kant en daarna kun je het touwtje verzetten en de andere kant leggen.
Â
Aan stampen
Zodra de rollaag er aan beide kanten in zit kun je aan de slag met de stamper. Alleen met de voeten aanstampen in niet voldoende. Stampen is het verdichten, dat doe je een beetje op gevoel. Maak de zandlaag mooi glad. Maar het moet nog wat glader, hiervoor moet je reien. Dat is het egaliseren. Met een rei of waterpas ga je ondergrond perfect glad maken. Hiervoor kun je een rei gebruiken of een plakje, maak het plankje zo dat hij precies binnen de rollaag past. Zo strijk je het zand helemaal glad. Dan ka het bestraten eindelijk beginnen. Schuif niet over het zandbed met je knieën. Naast de rollaag komt de streklaag en dan het patroon. Leg de stenen zo strak mogelijk tegen elkaar. Zo heb je de miste kans op onkruid tussen je stenen. Als alle stenen dan liggen til of stamp je de stenen goed aan. Strooi daarna hoogzand over het paadje. Veeg het zand met een bezem tussen de stenen. Laat wel wat zand liggen, als het dan gaat regenen komt het zand nog beter tussen de voegen.
Helemaal klaar om over te lopen!
Â
In 2017 verhuisd van de stad naar het platteland. Geboren met twee linkerhanden en tot voor kort onbekend met het fenomeen ‘waterpomptang’. Droom: kampvuurtjes, aardbeien uit de moestuin en eieren van eigen kip. Realiteit: nat hout, een moestuin met onkruid en een kippenhok vol stront. Blad vegen gaat me goed af. Andere zaken kosten meer moeite. Om glazen muiltjes te maken van mijn onwennige klompen ga ik in de leer bij professionals.