Zo maak je Amsterdamse koggetjes
Amsterdamse koggetjes zijn makkelijke koekjes om op tafel te toveren. De koekjes werden in 1943 bedacht voor een bakwedstrijd, maar zijn nu nog steeds om op te eten. Een heerlijk zandkoekje met daarin zelfgemaakte karamelstukjes.
Bereidingstijd: 40 min.
Dit heb je nodig:
- 165 g (gras)boter, op kamertempratuur
- 150 g witte basterd suiker
- 1 tl vanille-extract
- Snuf zout
- 1/2 ei, losgeklopt
- 175 g bloem
Voor de karamelstukjes:
- 75 g suiker
- 1,5 el water
Zo ga je te werk:
De karamelstukjes:
- Maak de karamelstukjes door het suiker met het water te verwarmen in een pan. Verhit dit totdat de suiker een goudbruine kleur heeft, dit doe je zonder te roeren. Als je een suiker thermometer hebt: verhitten tot 150 graden.
- Giet de kokendhete karamel op een met bakpapier beklede bakplaat en laat het afkoelen.
- Snij/hak/stamp de karamel tot kleine stukjes.
Het koekjesdeeg:
- Meng de boter met de suiker, het vanille-extract en zout in een kom en roer het glad.
- Voeg het ei toe en meng tot het opgenomen is.
- Voeg het bloem en de karamelstukjes toe en meng het deeg kort.
- Doe het deeg in een spuitzak (spuitmondje 1-1,5 centimeter).
- Spuit een met bakpapier beklede bakplaat bolletjes van ongeveer 2 tot 3 centimeter. Zorg voor voldoende ruimte tussen de bolletjes want ze gaan uitlopen.
- Bak de koekjes 15 tot 18 minuten op 160 graden.
Wil je meer van dit soort recepten? Bestel dan nu Landleven streekgerechten. Bomvol met recept inspiratie uit alle windstreken. Bestel hem hier
