Zaag viermaal een stuk vloerdeel van 25 centimeter lang, aan één zijde haaks en aan de andere zijde onder een hoek van 45 graden. Zaag ze over de lengte op 9,9 centimeter breed (E). In E boor je over de breedte op 4 centimeter en 10 centimeter vanaf de kopse kant en 5 centimeter vanaf de zijkant twee gaten met een 8 millimeter-boor. Bevestig E net als D aan C, maar nu aan de buitenzijde en op 10 centimeter vanaf de kopse kant van C, zodat er voldoende ruimte overblijft voor het bokwiel.
Leg het bokwiel gelijk aan de kopse kant op C, teken de gaten af op C en boor ze voor met een 8 millimeter-boor. Zet het bokwiel vast met 4 M8 slotbouten (35 millimeter). Herhaal dit voor de overige wielen.
Zaag twee stukken vloerdeel van 87 centimeter lang (F). Boor met een 8 millimeter-boor aan de bovenzijde twee gaten, over de breedte op 4 centimeter en 10 centimeter vanaf de linkerkant, op 5 centimeter vanaf de kopse kant. Herhaal dit voor de andere twee poten, maar zaag deze op een lengte van 81 centimeter (G). Monteer de poten F en G aan E met elk twee M8 slotbouten van 50 millimeter lang.