Ik wied het onkruid bij de courgettes. Dikke hommels zoemen in de grote gele bloemen. Verderop ligt de eerste oranje pompoen. Ik kijk verrast naar de snijbonenplanten die tot boven de stok zijn gegroeid. Daaronder groeien de eerste stamslaboontjes al. Daarnaast staan de aardappels in bloei. Ik speur met mijn neus vlak boven de planten naar coloradokevers. Die kunnen flinke schade aanrichten, dus weghalen die ongenode gasten!
Dan ga ik door naar de bietjes. Oef! De jonge exemplaren hebben water nodig. Maar de eerste lichting kan ik oogsten. Ik neem wat extra mee voor mijn ouders. He, wat groeit daar nou weer? Groen blad met lange stelen en hele mooie paarse bloemetjes. Het is de geoogste andijvie die opnieuw is uitgelopen. Als ik geen moestuin had, dan had ik nooit geweten dat andijvie zo mooi kan bloeien. Misschien kan ik straks de zaden wel oogsten. Hij mag blijven staan. De wortels zijn klaar om te oogsten. Ik trek een kleurig bosje uit de grond en druk de aarde daarna goed aan. Oppassen voor de wortelvlieg! Die komt op de geur van de wortels af en kruipt anders in de losse grond.
Ineens is het een paar uur later. Mijn hoofd is stiller, mijn lijf voelt zachter en mijn spieren zijn soepeler van het bewegen. Ik pluk nog wat munt voor de thee. Dan stap ik weer op mijn fiets en vraag me af: Wie zorgt er nou eigenlijk voor wie? Zorg ik voor mijn tuin of zorgt mijn tuin voor mij? Tevreden fiets ik naar huis.