Deksel
Zaag twee maal een stuk rabat van 135 centimeter lang (L en M), zaag ze aan beide zijden schuin af en zaag ze in de lengte doormidden zodat het onderste deel 7 centimeter breed is. Dit stuk heeft de inkeping aan de onderzijde en oogt van buitenaf vlak. Herhaal dit voor (N) en (O), maar dan met een lengte van 71,5 centimeter. Deze vier stukken kunt u nu in een vierkant leggen; verlijm en schroef ze aan elkaar met twee schroeven (3,5 x 45 mm) per hoek, vanuit elk rabatdeel één. Boor de schroefgaten voor met een 4 millimeter boortje, dan trekken de twee delen beter tegen elkaar.
Neem een stuk restant rabat en zaag daar twee vlakke stukken uit, dus zonder de stukken halfhout, van 15 x 5,5 x 1,8 centimeter (Q). Let daarbij op de groeven aan de onderzijde. Deze stukken zijn de bevestigingspunten voor de scharnieren van het deksel. Plaats (Q) op de bovenzijde van (L) op 19 centimeter vanaf de uiteinden en gelijk aan de buitenrand.
Slijp met een slijpschijf twee stukken doorzichtige damwandplaat van 70 centimeter lang en 70,5 centimeter breed. Maak aan de bovenzijde twee inkepingen zodat de damwandplaat precies om (Q) valt. Boor met een scherpe 6 millimeter boor op de heuveltjes gaten – aan de bovenzijde zeven en aan de onderzijde vijf – om de damwandplaat vast te zetten. Let op dat je de gaten aan de bovenzijde op 18 millimeter vanaf de rand maakt, anders kom je later in de knoei met het inklappen. Plaats een schroefkapje over het gat, draai de zelfborende 5,0 x 40 schroef vast zonder dat de plaat doorbuigt, en druk het kapje er pas op als u tevreden bent. Ze gaan maar moeizaam weer open.