- Trek met een handvorkje voorzichtig een scheut los. De scheut moet wel al wortels hebben.
- Knip de scheut af en behandel hem direct, zodat de tere wortels niet uitdrogen.
- Knip de scheut in stukken, elk stuk moet een aantal blaadjes en worteltjes hebben.
- Knip de scheut net na een blad af.
- Neem een pot met stekgrond en leg de stek hier bovenop.
- Steek de stek vast (haarspelden zijn hiervoor heel geschikt).
- Geef water en zet de potten in de kweekhoek.
- Na vier tot zes weken kunnen jonge planten uitgeplant worden.
Andere bodembedekkers die op deze manier vermeerderd kunnen worden zijn bijvoorbeeld de bosaardbei, ajuga (zenegroen), Galium odoratum (lieve-vrouwe-bedstro), Lysimachia nummularia (penningkruid), klimop en andere kruipers.