Zo ga je te werk:
Ingrediënten voor 2 potjes van 250 ml
- Snijd de peren in blokjes.
- Schil de gember en snijd hem in kleine blokjes. Als je, net zoals ik, geen te scherpe smaak wil, kook de stukjes gember dan eerst een minuut in water. Haal de gember uit het water.
- Doe de peren en de gember in een grote kookpot.
- Voeg het citroensap en het sinaasappelsap toe en breng aan de kook.
- Laat tien minuten koken met het deksel op de kookpot. Controleer af en toe of er nog genoeg vocht in de kookpot zit.
- Voeg zo nodig een klein beetje water toe.
- Neem de kookpot van het vuur wanneer alles zacht is.
- Maak alles extra fijn met de pureestamper.
- Doe er vervolgens de suiker bij en los die goed op.
- Breng opnieuw aan de kook en laat drie minuten koken.
- Check of het stollingspunt bereikt is.
- Schuim grondig af met een schuimspaan.
- Doe de confituur vervolgens in schone glazen potjes. Vul netjes tot aan de rand.
- Sluit de potjes onmiddellijk af met een deksel, keer de potjes om en laat afkoelen.