
Column: Stressloos einde voor de kip
Op haar verjaardag troonde vriendin S. mij mee naar de schuur. Daar zaten, in een tijdelijke ren op een dikke laag krul, tien flinke vleeskuikens. Slachtrijp. Dat kon zelfs ik zien. Toen ik opgroeide hebben we thuis ook enkele jaren vleeskuikens voor eigen consumptie gefokt. De eerste dagen was dat een kuikentjes-walhalla. De hele ponystal vol kleine, piepende, gele pluiskuikens. Daar wisten mijn zus en ik ons destijds dagenlang mee te vermaken.
Vleeskuikens zijn zo gefokt dat ze vooral heel erg snel groeien. En dat doen ze dan ook. Veel en veel sneller dan sierkipkuikens. Dus binnen no time is het schattige eraf en is de stal veranderd in een vreselijk stinkend hok, waar mijn zus en ik als kinderen onze adem demonstratief inhielden als we de kuikens van voer en vers water voorzagen. Maar goed, dat waren er dan ook tientallen tegelijk. En niet tien zoals bij mijn vriendin.
Terug in de keuken werd het plan voor de kuikens, tot afgrijzen van de andere verjaardagsvisite, onder het genot van een taartje en een glaasje zelfgemaakte vlierbessensiroop uit de doeken gedaan. Vriendinlief had zich op YouTube verdiept in het hoe en wat van zelf kippen slachten. En zich vervolgens voorbereid: ze had een slachttrechter gekocht, een levensgevaarlijk scherp slagersmes, een grote schaal waar de kippen in konden worden ontleed. Tot zover was alles dik in orde, leek het. Het grootste struikelblok bleek het daadwerkelijke slachten. Want dat moest wel goed gebeuren: snel, zonder stress en zonder onnodig lijden.
Workshops
Toevallig zat ik de volgende dag bij mijn vader thuis. En ik vertelde hem over de grote uitdaging met de te slachten kippen. “Maar dat wil ik haar wel leren”, klonk het direct. Na wat appjes heen en weer werd de afspraak gemaakt voor een heuse kippenslacht-workshop. En zo kwam het dat ik de maandag erop foto’s en filmpjes ontving van vijf keurig geslachte kippen. “Bedankt voor het lenen van je vader. Ik heb zó veel geleerd. Hij kan het heel goed uitleggen, hij zou echt workshops moeten gaan geven. Daar worden heel veel mensen (en kippen) beter van. De laatste heb ik in mijn eentje gedaan”, schreef mijn vriendin er enthousiast bij. Een week later gingen ook de andere vijf kippen de vriezer in. Ze deed het helemaal zelf.
Ik was trots. Op mijn vader en op mijn vriendin. Op mijn vader dat hij het haar zo goed had geleerd en op mijn vriendin dat ze ervoor ging. Dat ze er alles aan deed om haar kippen na een goed leven een stressloos einde te geven. Om zelfvoorzienend te kunnen zijn. Ik doe het haar niet na. Ik durf niet. Dat durf ik dan wel toe te geven.
Esther maakt het mee
Het leven in, op en rond een ruim honderd jaar oude woonboerderij in een klein Veluws dorp is nooit saai. Redacteur Esther van Middendorp vertelt elke maand over het alledaagse leven wat haar bezighoudt. Deze column verscheen in Landleven juni. Deze editie kunt u hier bestellen.
Als kind groeide Esther op op het Veluwse platteland. De geboorte van jonge dieren, uren zwerven door het bos, een onverwachts treffen met een wild zwijn of edelhert… het waren de ingrediënten van haar jeugd. Als redacteur bij Landleven vertaalt ze haar liefde voor de natuur naar verhalen over de meest uiteenlopende onderwerpen op dit gebied. Daarnaast ontwerpt, maakt en beschrijft ze veel van de doe-het-zelf-artikelen: van praktisch bordenrek tot nostalgische duwslee.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."