
Column: Even zonder auto
Het zat er al een tijdje aan te komen, maar mijn auto had me nog nooit écht in de steek gelaten. Ruim 345.000 kilometer lang bracht hij me overal naartoe, zonder te morren. Ja, hij was oud, dat wist ik. Maar hij voelde nog sterk, betrouwbaar. Dacht ik.
Tot de laatste weken, toen het olie- en koelvloeistofverbruik zorgwekkend snel opliep. Ik negeerde het, hoopte op nog wat extra kilometers. Maar het onvermijdelijke gebeurde. Op een doodgewone zondagmiddag. Gelukkig thuis, niet onderweg. Eén laatste zucht en klaar. Repareren was letterlijk de moeite niet meer waard.
En toen stonden we ineens stil. Vanaf dat moment werd de luxe van altijd vervoer hebben pijnlijk duidelijk. Het was zondag, dus garage gesloten. Auto regelen? Morgen pas. Online konden we alvast zoeken naar een vervangende tweedehands, maar het afleveren kostte minimaal een week en dat loste het directe probleem niet op. Meteen daarna gingen we vanuit stilstand in één klap in de stroomversnelling van regelwerk: wie moest wanneer naar kantoor? Wie mocht de andere auto claimen? Mijn lief en ik rijden beiden ruim een uur naar kantoor, dus even op de fiets heen en weer is geen optie. Openbaar vervoer? Een enkele reis zou in de meest gunstige optie minimaal twee uur en zestien minuten duren. Oef. Gelukkig konden we thuiswerken, maar niet de hele week. En uitgerekend deze week had ik een afspraak voor een interview in Limburg staan.
Wonen in een klein dorp als het onze is heerlijk, ik zou niet anders willen. Maar zo’n week zonder auto laat genadeloos hard zien hoe afhankelijk we ervan zijn. Gelukkig konden we de grote boodschappen online bestellen en eenvoudig thuis laten bezorgen en hadden we de kleine buurtsuper achter de hand voor de vergeten items en versproducten in de loop van de week. Wel stipt om 18.00 uur gesloten, dus soms wat haasten na het werk, maar met de juiste planning ging dat prima. Maar het juiste voer voor onze dieren? Niet in ons dorpje verkrijgbaar, want geen dierenspeciaalzaak.
En dan de kinderen: ze sporten op verschillende clubs, op verschillende dagen en allemaal buiten het dorp. Die zaterdag moesten we zelfs ruim 90 kilometer verderop in Brabant zijn voor een wedstrijd van de oudsten, terwijl de jongste nota bene op hetzelfde moment examen moest doen voor zijn volgende band in zijn sport taekwondo. Op twee plekken tegelijk zonder auto? Op zijn minst een logistieke uitdaging. Gelukkig sprongen vrienden en familie bij. Iedereen kwam op tijd waar hij of zij moest zijn. Alles kwam goed. Maar wat een geregel. En wat een keiharde confrontatie met het simpele feit: zonder auto is een klein dorp ineens toch een stukje minder idyllisch.
Esther maakt het mee…
Het leven in, op en rond een ruim honderd jaar oude woonboerderij in een klein Veluws dorp is nooit saai. Redacteur Esther vertelt elke maand over het alledaagse leven dat haar bezighoudt. Deze column komt uit Landleven augustus. Deze editie kunt u hier bestellen.
Als kind groeide Esther op op het Veluwse platteland. De geboorte van jonge dieren, uren zwerven door het bos, een onverwachts treffen met een wild zwijn of edelhert… het waren de ingrediënten van haar jeugd. Als redacteur bij Landleven vertaalt ze haar liefde voor de natuur naar verhalen over de meest uiteenlopende onderwerpen op dit gebied. Daarnaast ontwerpt, maakt en beschrijft ze veel van de doe-het-zelf-artikelen: van praktisch bordenrek tot nostalgische duwslee.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."