Tip 1: Maak een ruim plantgat
Vooral in zware grond is het belangrijk een ruim plantgat te maken. Voor de meeste bomen en heesters is twee (spa)steken diep voldoende, maar voor hoogstamfruit – dat diep moet kunnen ankeren – ga je liefst tot vier steken. Pas wel op dat je boven het grondwaterpeil blijft.
Tip 2: Houd de bodemlagen gescheiden
De bodemlagen hou je gescheiden zodat ze weer in dezelfde volgorde – maar wel goed fijngemaakt – in het gat terug kunnen; zo blijft de teeltlaag boven.
Tip 3: Plaats eerst de boompalen
Voor het planten zet je eerst de boompalen in het gat; zo komen deze, als het plantgat weer gevuld en ingeklonken is, muurvast te staan.
Tip 4: Doe geen mest in het plantgat
Mest onderin het plantgat is een veelgegeven maar verkeerd advies. Het veroorzaakt al snel verzuring en rot. Mest wordt – voor zover nodig – altijd bovengronds aangebracht. Wanneer de grond van het plantgat verbeterd moet worden, is het bijmengen van potgrond een goede oplossing; op kleigrond volstaat scherp zand.
Tip 5: Voeg compost toe
Goed uitgewerkte compost is altijd een prima toevoeging; die moet dan in de bovenste grondlaag verwerkt worden.
Tip 6: Wacht bij kleigrond tot voorjaar
Op koude, vaste en zuurstofarme kleigronden kun je beter met planten wachten tot het voorjaar. Wel is het dan goed om nu al het plantgat te graven, zodat de grond in de winter los kan vriezen.