Zo ga je te werk:
- Roer de boter met de suiker, het zout en de kruiden tot een zachte massa.
- Roer er de citroenrasp, de gezeefde bloem en het losgeklopte ei doorheen tot er een homogeen geheel ontstaat.
- Kneed als laatste het gezeefde zelfrijzende bakmeel goed door het deeg.
- Voeg eventueel een scheutje water toe als het deeg te droog is.
- Wikkel het deeg in huishoudfolie en laat het minimaal een nacht, maar het liefst een dag rusten in de koelkast.
- Daar wordt de smaak voller van.
- Kneed het deeg nog even goed door en rol het uit op een met bloem bestoven werkblad.
- Bestuif de houten speculaasplankjes ook met een beetje bloem.
- Duw het deeg met je vingers in de vormpjes en rol er daarna nog even overheen met de deegroller.
- Snijd met een mes horizontaal het overtollige deeg af.
- Haal de speculaaspoppen uit de vorm en versier ze met wat geschaafde amandelen.
- Leg de poppen op een bakplaat die is bekleed met bakpapier en bak de koekjes in een voorverwarmde oven op 170 graden.
- De kleine speculaasjes bak je in ongeveer 20 minuten gaar, de grotere in 25 minuten.
Tip: Grotere poppen komen vaak makkelijker uit de vorm dan kleine. Maar pas op: als ze warm zijn, breken ze snel.
Tip: Speculaaskruiden zijn kant-en-klaar te verkrijgen in de meeste supermarkten. Je kunt ook zelf een mengsel maken. De volgende gemalen specerijen horen daar in ieder geval in thuis: kaneel, kruidnagel, nootmuskaat, witte peper, gember en kardemom. Voor de afwisseling kun je anijs, koriander of foelie toevoegen.