Doordat het pad over de dijken heen gaat heb ik een weidse blik over het gehele landschap. De kerk van Oud-Zevenaar zie ik achter mij steeds verder verdwijnen, de stilte loop ik tegemoet. De zon weerkaatst haar stralen via het water door het riet naar mijn gezicht. Tussen het riet door zie ik ganzen heerlijk in het water dobberen. De enige geluiden die ik hoor zijn de ganzen, een windje dat zachtjes door het riet heen blaast en mijn voeten die door zaagsel snippers stappen.
De stukken riet verdwijnen en er volgt een moerassig stukje grond waar het Klompenpad zich vervolgt. Ik kan weer een beetje om me heen kijken en zie dat het pad de hoek om gaat. Wanneer ik de hoek omloop komt het water op me af, dit is de kleine Geldersche Waard. Het drassige pad stopt en met het trekpontje kom ik aan de andere kant. Af en toe stap ik over hekjes en paaltjes heen, dit is om honden weg te houden. Omdat men gedurende dit Klompenpad diverse zeldzame diersoorten kan tegenomen zijn honden verboden. De ganzen, die ik eerder al zag, lopen vrolijk langs me heen, het lijkt alsof ze mensen gewend zijn.